SV | De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos. |
WLC | חָכָ֣ם יָ֭רֵא וְסָ֣ר מֵרָ֑ע וּ֝כְסִ֗יל מִתְעַבֵּ֥ר וּבֹוטֵֽחַ׃ |
Trans. | ḥāḵām yārē’ wəsār mērā‘ ûḵəsîl miṯə‘abēr ûḇwōṭēḥa: |
De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!